Het planten en verzorgen van rozen

Na ontvangst zo snel mogelijk planten. Mocht u na ontvangst de rozen met kale wortel niet meteen kunnen planten, dan kunt u de rozen in de originele plastic verpakking voor maximaal een week in een koele ruimte bewaren.

Planten 

Indien u tot het planten van de rozen overgaat is het verstandig de rozen eerst 2 uur in een emmer water te plaatsen. Plantinstructies:

• Wortels goed natmaken door de rozen 2 uur in een emmer water te plaatsen
• Plantafstand voor de meeste soorten 40-50 cm
• Planten op de juiste diepte, d.w.z. de wortels  recht naar beneden
• De entplaats (daar waar het stammetje wat verdikt is) iets onder de grond
• Plaats de roos in het plantgat, waarna u de aarde goed aandrukt
• Bij droogte water in het plantgat gieten.

Stamrozen worden zo diep geplant zoals ze op het tuincentrum opgekuild hebben staan.
Indien in het najaar geplant wordt, is het verstandig om de rozen 20 cm aan te aarden, d.w.z. aarde tegen de rozen opwerpen. Deze aarde in het voorjaar weer verwijderen. Indien u in het voorjaar plant is het belangrijk dat u regelmatig voldoende water geeft, omdat het in die periode vaak droog en schraal is.

Snoeien van rozen

Het snoeien vindt altijd in het voorjaar plaats, ongeveer half maart.

• Struikrozen worden net boven het derde buitenoog van onderaf geteld gesnoeid; ca. 5-10 cm laten staan.
• Stamrozen worden  op dezelfde wijze als struikrozen gesnoeid en qua hoogte gerekend van de entplaats.
• Treurstamrozen hoeven daarentegen niet gesnoeid te worden (alleen eventuele vormsnoei).
• Klimrozen. Jonge gesteltakken aanbinden en de zijscheuten hierop terugsnoeien tot op 2 ogen. 
• Botanische en heesterrozen hoeven in principe niet gesnoeid te worden. Ze bloeien op oud hout. Bij wilde rozen geen uitgebloeide bloemen verwijderen, omdat er anders geen bottels ontstaan.

In Nederland worden rozen over het algemeen vrij kort gesnoeid. Dit in tegenstelling tot in Engeland waar bijna niet gesnoeid wordt. Dit heeft echter tot gevolg dat rozen sneller verouderen en vatbaar zijn voor ziektes, met name Blackspot (bladvlekkenziekte).

Bemesten

In het najaar is het mogelijk om de rozen aan te heuvelen met afgewerkte stalmest. Indien u hierover niet de beschikking heeft dan kunt u ook gedroogde koemest hiervoor in de plaats nemen. Begin april mag er rozenmest gegeven worden, wat na de bloei herhaald mag worden. Na half juli mag er geen mest meer gegeven worden. Belangrijk is ook dat de rozen met name in de zomer voldoende water krijgen.
Tevens is het goed om een paar maal per jaar kalk (met name in de herfst) en kieseriet (=magnesium) (in het voorjaar) te strooien.

Ziektes

Het meest voorkomend is Meeldauw; deze schimmelziekte  veroorzaakt een witte aanslag op het blad. De schimmelziekten Blackspot en Sterroetdauw veroorzaken zwarte vlekken, waarna het blad afvalt en de rozen helemaal kaal worden. Om schimmels te voorkomen is een luchtige zonnige standplaats van belangl ook kan er gespoten worden.
Zeer belangrijk is het weghouden van insecten. In de wondjes die insecten maken begint vaak de sterroetdauw. Hiervoor zijn diverse middelen verkrijgbaar.